22/09/24

Sierk Masjiek


Even waande ik me gisteren terug in (een kleine versie van) Gent. Het gratis festivalletje Sierk Masjiek, een festival van de verwondering, verbeelding en verbazing, richtte zich vooral tot kinderen maar ook voor volwassenen was er genoeg leuks te zien. Het deed me allemaal een beetje denken aan MiraMiro, het straattheaterfestival tijdens de Gentse Feesten dat me elk jaar weet te bekoren.


Dat Gents gevoel werd alleen maar groter bij de eerste act die je zag als je het buitenterrein van CC De Ververij betrad: poppentheater Pedrolino bracht er een voorstelling van Pierke Pierlala. Het vervulde me van intens genot en ook wel een beetje heimwee om het Gents en die typische Pierke-humor te horen.




Verder waren er allerlei installaties (een houten speeltuin), kleine voorstellingen (een mobiel dokterskabinet voor "kwakzalverij en kakadorissen", De Spierderij -waarover straks meer-, een mobiel orkest en twee vreemd uitgedoste figuren die in interactie gingen met het publiek,...). Kinderen konden zich laten grimeren of bij Madame Chapeau gekke hoeden laten aanmeten.


Toen de voorstelling van De Spierderij (een wedstrijd "om ter sterkst" tussen een kind en een volwassene) begon, werd ik toch wel uitgekozen als Chinese vrijwilliger om mee te doen, zeker. Het was best wel een grappige voorstelling en het was leuk om mee te doen en uiteraard won het kind na 3 proeven (dat is nu eenmaal een ongeschreven regel van dit soort straattheater).

25/07/24

Streetart (1)


In Ronse is heel wat streetart te zien. Af en toe zullen we u hier een mural voorstellen. Vandaag beginnen we alvast met deze van Djoels.
Het is een portret van Manou Kersting, een Belgisch-Nederlandse acteur die we vooral kennen van Matroesjka's, Crimi clowns, Aspe, Knielen op een bed violen (de verfilming van het prachtige boek van Jan Siebelink), Cordon en heel wat kleinere rollen in de meest uiteenlopende series. Hij is ook in het theater erg actief, niet enkel als acteur maar ook als regisseur.

Djoels is een Westvlaamse tattoo- en graffitikunstenares, gespecialiseerd in portretten en realistisch werk.
Je kan dit graffiti-portret bewonderen op de binnenkoer van de lesplaats van Ligo (volwassenenonderwijs) in de Alexandre-Louis Vanhovestraat (nummer 36).

28/06/24

Komt kijken en luisteren!


Als kind werden we door onze ouders vaak meegenomen naar het Citadelpark in Gent.  Hoofdattractie was steevast het voederen van de eendjes (niemand maakte zich in die tijd bedenkingen over de gevolgen voor de eenden) in één van de vijvers in het park. Een opmerkelijke locatie was ook de kiosk aan de kant van de ring rond Gent. Die sprak tot onze verbeelding, we zagen er immers nooit optredens of zo, het was toen vooral een verheven speellocatie voor de kinderen. Op latere leeftijd heb ik ter gelegenheid van één of andere festiviteit wel eens een fanfare of harmonie er zien optreden, zoals dat vaker gebeurde in de kiosk op de Kouter. 


Kiosk Citadelpark (foto: stad Gent)

Pas op volwassen leeftijd ontdekte ik dat ook Ledeberg, waar ik opgroeide (en ook later nog veel van mijn volwassen jaren zou wonen), ooit zo'n kiosk had, op het kerkplein (thans Ledebergplein). Dat is nog duidelijk te zien op oude ansichtkaarten.


Kiosk Ledeberg (oude postkaart, stad Gent)

In het Bruulpark in Ronse staat tevens een exemplaar, prominent in het midden van het grasveld. Het Bruulpark werd tijdens het Franse bewind aangelegd als promenade en heette toen nog L'Esplanade.  In het midden  van de 19e eeuw verscheen de oorspronkelijke kiosk, naar een ontwerp van architect Jean Baptiste Royers, ooit de stadsarchitect van Ronse en docent aan de academie. Het huidige exemplaar werd in 1966 gebouwd, boven de elektriciteitskast die je onder de trap kan zien. Architect J. Deweerdt tekende voor dit ontwerp. Opmerkelijkste kenmerk van de kiosk is het dak, aan de binnenkant bekleed met hout en in een atypische vorm als ik het vergelijk met de andere stadskiosken die ik al ooit zag.


Concerten zag ik er nog niet (ik meen me wel te herinneren dat er sinds ik hier kwam wonen, minstens één keer iets gepland was waar ik echter niet naar gaan kijken ben) en dus zie je hier vooral kinderen spelen, zoals dat ook in de kiosk van het Citadelpark het geval was (en vermoedelijk nog steeds is).

23/06/23

Het voetbalhart klopt hier niet meer (deel 1)

Als kind was de eerste voetbalwedstrijd waar mijn vader mij mee naartoe nam, als ik me goed herinner, een thuismatch van AA Gent tegen SK Beveren. We mochten als kinderen in de staantribune rechtover de hoofdtribune, in de box die soms voorbehouden was voor de televisie, als die de match toonden. Gent speelde toen nog in tweede klasse, dus was die leeg. Leuk detail: in de krant (Het Volk) stond een foto van de match genomen tijdens een fase rond de middellijn en op de achtergrond kon je mij en mijn broer zien zitten (amper herkenbaar natuurlijk).
Voetbal is altijd een belangrijk deel van mijn leven gebleven en hoewel ik allesbehalve een fanatieke supporter ben, blijft AA Gent toch in mijn hart. Maar ik kan ook genieten van andere ploegen en andere stadions. Enkele jaren geleden, toen we het huis hier net gekocht hadden, ging ik met mijn beste vriend naar de bekerwedstrijd van KSK Ronse tegen Racing Genk. Voor de Ronsenaren was deze loting in de Croky Cup natuurlijk een buitenkans, maar sportief maakten ze niet echt kans, zoals ook zou blijken. De sfeer in het stadion was echter geweldig.
KSK Ronse is intussen opgegaan in fusieclub KSK Vlaamse Ardennen, met KVV Vlaamse Ardennen uit Maarkedal maar nu spelend in het stadion van KSK Ronse. KSK Ronse was zelf een fusieclub, van AS Renaissienne en FC Renaissienne, sinds 1987. 


Vandaag hebben we het over het oude stadion van ASSA Ronse, zoals de club in het Nederlands heet. Ze speelden in het Maurice Vandewielestadion, gelegen aan de Viermaartlaan. Het stadion is niet meer in gebruik en wordt (of werd?) verkocht maar soms kan je er toch nog een kijkje nemen (als is het strikt genomen verboden want privé eigendom). 

 

Veel blijft er niet meer over: je ziet een hoog grasveld waarin nog 2 doelen staan en de hoofdtribune, met zwarte en groene verf, verkeert in niet al te beste staat meer. Bovendien staat er intussen al wat begroeiing voor. Maar toch krijg je een idee van hoe voetbalfans hier hun ploeg hebben aangemoedigd. Ooit was dat zelfs tot in tweede klasse en ooit speelde een zekere Raymond Goethals bij de club.
Veel meer informatie over het stadion, zijn geschiedenis (en dat van de club) kan je hier vinden. En in een later te publiceren deel 2 gaan we op zoek naar het voormalige stadion van FC Ronse, het Parc Lagache, waar nu tennis- en padelvelden zijn.




13/06/23

Ronssies, een dialect als geen ander

Naar het schijnt is het Ronsisch dialect (of "Ronssies" zoals dat hier dan heet) net als Gents een dialect dat een heel bijzondere plaats inneemt binnen de Vlaamse dialecten. Terwijl de meeste dialecten heel erg verwant zijn binnen eenzelfde regio, geldt voor beide dialecten dat ze een heel unieke mengelmoes zijn. De historische ontstaangeschiedenis met de verschillende invloedssferen doorheen de geschiedenis én de komst van heel wat arbeiders van heinde en verre voor de textielindustrie, zouden hiervoor verantwoordelijk zijn.
Binnen de stedelijke cultuurraad werd in 2011 de werkgroep 't Ronssies Geklapt opgericht om het dialect te herwaarderen, te beschermen en te promoten.
Eén van de meest zichtbare elementen daarvan is het beeldje dat je hierboven al zag. Het stelt "Buuntsies Neutsies" voor, de bijnaam van Julien Deraedt, die in de vorige eeuw zijn gepofte erwtjes aan de man bracht bij voetbalwedstrijden en andere activiteiten. Hij staat symbool voor het dialect en naar het schijnt brengt even over het hoofd wrijven van het beeldje geluk. Hij staat afgebeeld met de mand waarmee hij door de stad trok. Je vindt het beeldje in het centrum , aan De Vrijheid, het gebied nabij de Sint-Hermesbalisiek. Over de geschiedenis van dat stadsdeel zal ik het later nog wel eens hebben.


De "buuntsies" worden overigens nog steeds gemaakt, door Marnic Torque, en je kan ze niet alleen kopen bij de toeristische dienst maar in heel wat cafés staan ze naast chips en een kaasje op het menu.
Zoals ik al eerder vertelde, ben ik dan wel een Gentenaar van geboorte, ben daar opgegroeid en heb daar een groot deel van mijn volwassen leven gewoond, maar wellicht doordat mijn ouders uit de omliggende streek waren (Beervelde en Lochristi) spraken wij geen Gents en ik ben dat dialect dan ook niet machtig. Ik luister er wel graag naar en kan genieten van b.v. de liedjes van Walter De Buck in het Gents (waarvan vele eigenlijk door volkszanger en notoir socialist Karel Waeri zijn geschreven bijna een eeuw eerder). Het dialect hier in Ronse kan ik uiteraard zeker niet en het klinkt in mijn oren inderdaad als een vreemde mix van Westvlaamse, Brabantse en nog een hele hoop andere klanken. Leuk is wel dat aan heel wat winkels een bordje hangt met een Ronsisch dialectwoord dat verbonden is met het soort winkel waar je langsloopt.

11/06/23

Plons!


Deze week las ik dat het oud zwembad van Ronse te koop staat. Het gebouw in de Engelsenlaan was nog in gebruik toen we ons huis kochten, maar kort erna werd het gesloten omdat ter hoogte van het sportcomplex 't Rosco, waar ook het voetbalstadion van toen nog KSK Ronse staat, een nieuw zwembad in gebruik werd genomen. Dat laatste kende echter wel wat hindernissen want er was een gigantisch waterlek waardoor het opnieuw maanden gesloten was.




Sinds het op 30 juni 2019 sloot, staat het gebouw er leeg en ietwat verkommerd bij. In de zomer van 2020 deed het nog even dienst als locatie voor het kunstproject Salon des Artistes (samen met het oude postgebouw op de Grote Markt). Oorspronkelijk waren er plannen om het in te richten voor de jeugd, maar die vage plannen werden dus afgevoerd en nu kan je het zwembad kopen voor minimum 350.000 euro. Er gelden enkele voorwaarden: de laanstructuur én het oorlogsmonument aan de ingang moeten behouden blijven, de toegang tot het achterliggende park moet gevrijwaard blijven en er mogen maximaal vier bouwlagen komen. Retail mag er niet komen, het is de bedoeling dat het een woonfunctie krijgt.




07/06/23

Bewaar ons van geestelijk lijden


Vorige zondag, Heilige Drievuldigheidszondag in de kerkelijke kalender, hield Ronse naar jaarlijkse en eeuwenoude traditie de Fiertel(ommegang). Daarbij worden de relieken van de patrooheilige van de stad, Sint-Hermes, rondgedragen op een parcours van maar liefst 32 kilometer helemaal rondom Ronse. Volgens de traditie wordt daardoor iedereen binnen die cirkel beschermd tegen geestesziekten. Over wie Sint-Hermes was en hoe hij nog aanwezig is in de stad, zal ik het later zeker nog een keer hebben.
Mijn eigen gezondheidstoestand staat me niet toe om fysiek deel te nemen aan de Fiertel, maar dit jaar wou ik absoluut gaan kijken. Het programma van de Fiertel is eigenlijk gespreid over twee dagen, met op zondag dus de ommegang. Op zaterdag trekken de figuren Trommel en Fluitje door de stad. Vorig jaar was het me niet gelukt hen te treffen, ik moet hen mislopen hebben bij mijn kriskras tocht door het stadscentrum. Ik sprak zelfs winkeliers aan om informatie te krijgen over waar ik ze kon treffen, maar ze konden me niet verder helpen. Het officiële programma was immers niet duidelijk over hun start- of eindhalte en het parcours dat ze zouden volgen, enkel het beginuur stond vermeld. Dit jaar wou ik niet dezelfde fout maken en dus toerde ik met mijn scooter door de binnenstad, overtuigd dat ik hen toch een keer moest treffen. Het werd net als vorig jaar een kale reis.


Op zondag ging ik kijken ter hoogte van de kruising tussen de Kruisstraat (op de bekende flank van het wereldkampioenschap wielrennen waar Criquielion een mogelijke wereldtitel verloor door een val) en Broecke, ook het punt tot waar de notabelen en de harmonie meestappen. Nog voor de officiële stoet voorbijkwam, passeerden er constant wandelaars die de Fiertel ook zouden afleggen (of een deel ervan). De vrolijke ambiance, het grote aantal wandelaars en de diversiteit aan deelnemers (van kinderen in een buggy tot mensen met al behoorlijk wat jaren op de teller) verbaasden me. Ik kreeg meteen zin om ooit ook eens, minstens gedeeltelijk, mee te wandelen. Hopelijk lukt dat ooit eens, als mijn lichaam het opnieuw toelaat.
Doordat de Kruisstraat oploopt, hoorde je de harmonie die marsmuziek speelde, al nog voor je hen zag opdoemen vanachter de flauwe bocht die de straat lager maakt. De hele parade is naar alle eerlijkheid indrukwekkend. Hoogtepunt is natuurlijk het door dragers meegezeulde reliekschrijn, dat voortdurend begeleid wordt met het geklingel van twee handbellen.

Bekijk hieronder het filmpje dat ik maakte van de doortocht:


05/01/23

Lieve mensen

Lieve mensen,

vooreerst een gelukkig nieuwjaar. Moge 2023 een fijn jaar worden voor u en uw familie en ook voor Ronse. Iets meer dan een jaar woon ik hier intussen en ik ben van de stad gaan houden. Ik woon hier graag en ik ontdek nog regelmatig nieuwe plekjes waar het fijn is, activiteiten die interessant zijn en een fijne leefomgeving.

Ik zeg ook niet zomaar "lieve mensen" want als er iets is wat me is opgevallen in het voorbije jaar, is het wel dat ook iedereen die bij me op bezoek komt het erover eens is. Ronsenaren zijn vriendelijke, lieve mensen. Waar ik ook met mijn bezoekers kom om te winkelen, te eten of iets te drinken, telkens opnieuw zeggen ze op het einde van de dag: "Zo vriendelijk dat de mensen hier zijn!". Ik merk het ook. Ik heb geen idee waarin het verschil ligt met b.v. Gent en Brugge (maar ook met meer landelijke gemeenten waar mijn vrienden wonen), maar het valt op. En daarom, lieve mensen, koester die vriendelijkheid en laat ze ook in 2023 hét kenmerk zijn van Ronse.

08/12/22

A touch of glass

Winteravonden zijn ideaal om in Ronse te genieten van de mooie glasramen en deuren waarachter (soms) het licht brandt van zodra de schemering invalt. Samen met mijn vriendin, die glas-in-lood volgt in avondles, lieten we ons gidsen door de binnenstad van Ronse op zoek naar de mooiste ramen van de stad.

De gidsbeurt startte in de Sint-Martinuskerk, waarover ik het hier al eens eerder had. De kerk herbergt immers prachtige glasramen die allemaal in het begin van de twintigste eeuw werden gemaakt, tijdens de hoogdagen van de Ronsische textielbaronnen. Hoewel de eerste wereldoorlog nog volop aan de gang was, pakten de rijken van de stad vooral bij de bouw en de inrichting van deze kerk uit met hoeveel geld ze te besteden hadden. De beste architecten en glazeniers werden ingehuurd, niet zelden uit Gent. Elke rijke familie heeft zo wel zijn pronkstuk ergens in de kerk waar het licht prachtig doorheen valt.


Na een uitgebreide uitleg trokken we de stadsdelen in die gebouwd waren in diezelfde periode en erna, zeg maar het interbellum vooral, waar we pareltjes van art déco zagen en daarop geïnspireerde bouwstijlen en waar menig huis ook versierd was met soms zeer opvallende glasramen, die een idee gaven van de welvaart van de bouwheren. 


 

Eindigen deden we bij glasjuwelier Elisabeth Leenknegt die onder de naam Elisa Lee in haar atelier in de Fostierlaan samen met haar medewerkers juwelen vervaardigt die in haar winkels hier, in Gent, Antwerpen en Leuven verkocht worden. Haar vader maakt overigens glassculpturen waarvan je er talrijke kan bewonderen in het AZ Glorieux, onder meer in de inkomhal. 


04/11/22

De doden leven verder in onze verhalen



De eerste november is een moment waarop we stilstaan bij de doden. Omdat rituelen belangrijk zijn, is het voor vrijwel iedereen op die dag een traditie om de graven (of andere rustplaats) te bezoeken van geliefden, van familie en van hen die we genoeg kenden om af en toe nog eens aan hen te denken. Sinds 2012 groeide in Vlaanderen een nieuwe traditie. Naar aanleiding van het overlijden van een jonge muzikant uit Deerlijk besloot een vriend en collega-muzikant hulde aan hem te brengen met muziek op de begraafplaats op die rituele eerste november.
Intussen zijn er overal in Vlaanderen heel wat gemeenten die meedoen en zo ook Ronse. Voor de derde keer werd Reveil er georganiseerd, dit jaar op de begraafplaats Hogerlucht. Aan het einde van het grasveld achter het recente monument dat er staat, kwamen de mensen samen om te luisteren naar liedjes over rouw en verlies van Joachim Wannyn en naar verhalen van Hilde Rogge. Zij plukte vertellingen uit verschillende culturen om ons te vertellen over de dood, over hoe die ons leven bepaalt en hoe we ervoor vluchten maar hij onontkoombaar is.
Zelf had ik al edities van Reveil meegemaakt in Gent (Campo Santo) en Beernem. Van de edities die ik meemaakte, was dit de soberste, een kwaliteit die wel past bij het respectvol omgaan met de dood en de begravenen.

 
 
Na afloop werd ons nog een tas warme pompoensoep aangeboden en zo werden we ook fysiek versterkt, op een avond waarop het pas op het eind was beginnen regenen en de wind was toegenomen. De organisatoren hadden in de weken vooraf ook verhalen van overledenen die op Hogerlucht begraven liggen, verzameld. Die zullen ze binnenkort publiceren.